Grondbewerking
  • Cultivateren met triltand of vaste tand.1
  • Ploegen met ondergronders, vorenpakker en nokkenrol.1
  • Frezen.1
  • Greppelfrezer.1
  • Zaaiklaar leggen met vaste tand tot 45 cm diep met verkruimelrol.1
  • Kopeggen.1
  • Ondergronden tot 80 cm.1
  • Kilveren.1
  •